Mijn leed begon in mijn kindertijd. Ik heb nooit mijn vader gekend of zelfs een foto van hem gezien. Mijn stiefvadertestemunho3 sloeg mij vaak; hij sloeg mij zelfs met een schep, het leek alsof hij mij wilde vermoorden. Mijn moeder zag dit alles, maar deed nooit iets, omdat zij ook bang voor hem was. Vanwege de verwaarlozing van mijn stiefvader, begon ik op 9 jarige leeftijd marihuana te roken, omdat ik dacht dat niemand toch van mij hield.
Omdat ik nog een kind was, nam ik wat er over bleef, wanneer de jongen wiet rookten, en rookte de restjes. Daarna vond ik, omdat ik zelf geen marihuana kon kopen, een goedkopere optie en begon thinner te inhaleren en lijm te snuiven. Daarnaast begon ik andere soorten drugs te proberen. Omdat ik me ongewenst voelde en telkens mishandeld werd door mijn stiefvader, besloot ik op 11 jarige leeftijd samen met een vriend weg te lopen van huis.
Ik kwam alleen naar de Verenigde Staten. Aangekomen begon ik om te gaan met mensen van de straat en van bendes. Ik begon veel slechte plaatsen te leren kennen, daar vond ik mensen die drugs dealden en omdat ik nog een kind was, mocht één van de dealers mij. Ik werd vrienden met hem en wij spraken heel veel, tot hij mij op een dag vroeg of ik niet als dealer wilde werken en ik accepteerde het. Ik begon te werken en wat er aan drugs overbleef gebruikte ik zelf.
Ik verdiepte mij zo veel in deze wereld dat ik, behalve drugs verkopen, ook gewapende overvallen begon te plegen. Ik begon mensen op straat en winkels te beroven. Omdat ik zo’n leven leidde, probeerde men mij 3 keer te vermoorden. Ik heb verschillende littekens over mijn lichaam van messteken en door pistolen geslagen te worden. Mijn pink kan zich nu niet eens meer sluiten, omdat de pees kapot is gegaan. Verschillende keren hebben mensen een pistool op mijn hoofd gezet, maar ik vroeg altijd aan God om mij te helpen.
Ik maakte ook deel uit van één van de meeste beruchte bendes van Amerika. Het kwam tot een punt dat ik gevoelloos werd, het maakte mij niet of het kinderen of vrouwen waren, ik sloeg ze zonder genade. Ik respecteerde mensen die van mijn land kwamen niet eens, want mijn vrienden en ik gingen gewapend naar hun zaken en beroofden hun. Ik droeg veel haat in mijn hart mee en wenste het slechtste voor iedereen. Ik eindigde in de gevangenis en bleef daar 7 maanden.
Ik leerde mijn vriendin kennen door middel van “de Heilige Dood”, dat was de “heilig” waarin ik geloofde, ik plaatste zelfs een tatoeage daarvan op mijn lichaam omdat ik geloofde dat die “heilige” mij bescherming kon bieden, maar het was allemaal bedrog. In feite kreeg ik alleen maar problemen in mijn leven. Mijn liefdesleven was ook een puinhoop, omdat er alleen maar sprake was van ruzies en onbegrip.
Mijn vriendin verhuisde naar een andere staat en om haar niet te verliezen en omdat ik ook bang was dat mensen mij zouden vermoorden, omdat ik door andere bendeleden gezocht werd, ging ik met haar mee. Maar zelfs in een nieuwe staat leef ik doorgaan met mijn marihuana verslaving. Wanneer ik op straat liep kon ik meteen zien wie marihuana gebruikte, ik benaderde die persoon dan en zodoende bleef ik in die verslaving.
Ik was heel depressief en verschillende keren heb ik geprobeerd om zelfmoord te plegen. 19 jaar leidde ik dit leven van leed.
Door middel van mijn vriendin kwam ik in de Universele Kerk terecht. Ik begon deel te nemen aan de gebedskettingen en maakte een uitdaging met God. Ik zei tegen Hem: “God, dit is mijn laatste kans, als U mijn leven niet verandert, ben ik hopeloos verloren, het is alles of niets, want ik geloofde in “de Heilige Dood” en niet gebeurde, maar als u de dood versloeg, dan kunt u mijn leven zeker veranderen”.
Ik volhardde in de kerk en het is nu al 8 maanden dat ik helemaal geen drugs meer gebruik. Alle haat en de wens om mensen kwaad te doen is weg uit mijn binnenste. Ik heb vrede, ben gelukkig en ben een ander persoon. Vandaag de dag heb ik een eerlijke baan en God is mij elke dag aan het zegenen.
Jose Norberto Vera Manzano