Een boodschap voor de DAPPEREN
Ik betwijfel dat God een niveau van geloof van Zijn kinderen zou verwachten dat meer is dan wat Hij hen heeft gegeven! Wie de grootte van zijn geloof wilt weten, moet simpelweg kijken naar het niveau van offer dat hij bereid is om daarvoor maken.
Daarom zei Jezus: “Indien iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf (offer) en neme zijn kruis op (offer) en volge Mij (offer)” (Matteüs 16:24) NBG ’51.
Hetzelfde geldt ook wat betreft de liefde.
Wie de intensiteit van zijn liefde voor een geliefde wilt weten, dient simpelweg te kijken naar het offer dat hij bereid is om voor die persoon te maken.
De grootte van het geloof wordt gemeten door de grootte van het offer.
Wie niet gelooft, offert niet;
Wie een beetje gelooft, offert een beetje;
Wie 100% gelooft, offert 100%.
Was dit niet het antwoord van Jezus voor de hypocrieten?
“Hoor, Israël, de Here, onze God, de Here is één, en gij zult de Here, uw God, liefhebben uit geheel uw hart en uit geheel uw ziel en uit geheel uw verstand en uit geheel uw kracht” (Marcus 12:30) NBG ’51.
Wat ik bedoel is het volgende:
Degenen die gelooft met geheel zijn hart, geheel zijn ziel, geheel zijn verstand en geheel zijn kracht, zal met met geheel zijn hart, geheel zijn ziel, geheel zijn verstand en geheel zijn kracht offeren.
Begrijpt u de geest hiervan?
Met andere woorden:
Offer uw hart;
Offer uw ziel;
Offer uw verstand;
Offer uw kracht.
Dit is een feit. Er valt hier niets aan toe te voegen of af te trekken. Dit is de harde, wrede en pure realiteit.
Wie alles van God wil ontvangen (de Geest van God) moet zijn gehele hart, ziel, verstand en kracht offeren.
Gods alles voor onze alles.
ALLES VOOR ALLES!
Bent u bereid om dit te doen?
En ik zal nog wat zeggen, degenen die geloven geven geen excuusjes, zij offeren.
Maar degenen die niet geloven, willen hun ongeloof rechtvaardigen door smoesjes te maken en anderen de schuld te geven.
“En een hooggeplaatst man vroeg Hem en zeide: Goede Meester, wat moet ik doen om het eeuwige leven te beërven? Jezus zeide tot hem: Waarom noemt gij Mij goed? Niemand is goed dan God alleen. Gij kent de geboden: Gij zult niet echtbreken, gij zult niet doodslaan, gij zult niet stelen, gij zult geen vals getuigenis geven, eer uw vader en moeder. Hij zeide: Dat alles heb ik van jongs af in acht genomen. Toen Jezus dat hoorde, zeide Hij tot hem: Nog één ding komt gij te kort: verkoop alles wat gij bezit, en verdeel het onder de armen (offer), en gij zult een schat hebben in de hemelen, en kom hier, volg Mij (offer). Toen hij dat hoorde, werd hij diep bedroefd (het offer maakt men verdrietig), want hij was zeer rijk” (Lucas 18:18-23) NBG ’51.
Het offer maakt degenen die offert verdrietig, maar het toont de kwaliteit van zijn geloof aan Degene die het ontvangt.
“Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan een schat, verborgen in een akker, die een mens ontdekte en verborg, en in zijn blijdschap erover gaat hij heen en verkoopt al wat hij heeft (offer) en koopt die akker” (Matteüs 13:44) NBG ’51.
Zoals u kunt zien, draait puur geloof om gehoorzaam te zijn aan het Woord van God.
Geloof vereist offers. En gehoorzaamheid wordt gematerialiseerd door het offer.
Gehoorzaamheid is onmogelijk zonder offer.
Abraham was het grootste voorbeeld van gehoorzaamheid (zie Hebreeën 11:8-17).
“Wilt gij weten, gij dwaze mens, dat het geloof zonder de werken niets uitwerkt? Is onze vader Abraham niet uit werken gerechtvaardigd, toen hij zijn zoon Isaak op het altaar legde? Daaruit kunt gij zien, dat zijn geloof samenwerkte met zijn werken, en dat dit geloof pas volkomen werd uit de werken; en het schriftwoord werd vervuld, dat zegt: Abraham geloofde God en het werd hem tot gerechtigheid gerekend, en hij werd een vriend van God genoemd. Gij ziet, dat een mens gerechtvaardigd wordt uit werken en niet slechts uit geloof” (Jakobus 2:20-24) NBG ’51.
Om het samen te vatten: geloof zonder het werk van offer rechtvaardigt (vergeeft) niemand voor God.
Daarom eindigen de meeste gelovigen als mislukkelingen, zowel geestelijk als fysiek. Ze hebben geleerd om Jezus te accepteren als Redder, maar niet als Heer. Als Jezus hun Heer was, dan zouden zij hun levens offeren om Hem te dienen met geheel hun hart, ziel, verstand en kracht.
Dus hoor nu, Israël van de laatste dagen, Jezus Christus is alleen Heer en Redder van DEGENEN die Hem ÉCHT willen dienen!
Mijn God heb medelijden met degenen die oprecht maar bedrogen zijn en geef hun nog een kans.
Dit smeek ik u in de Naam van de Here Jezus Christus!
Bisschop Edir Macedo