“Dodenrijk en verderf zijn onverzadelijk; even onverzadelijk zijn de ogen des mensen.” (Spreuken 27:20 NBG51)
“Daarop hoorde ik de stem des Heren, die zeide: Wie zal Ik zenden en wie zal voor Ons gaan? En ik zeide: Hier ben ik, zend mij.” (Jesaja 6:8 NBG51)