Waarom zei de apostel Paulus dat het leven voor hem Christus betekende (zie Filippenzen 1:21)? Zou het leven in Christus alleen bestemd zijn voor de apostelen of de werknemers van de Kerk?
Zou het leven in Christus een zee van rozen zijn?
Zonder verdrukkingen? Zonder vervolgingen? Zonder onrechtvaardigheden? Zonder beledigingen? Zonder problemen?
Zou het leven in Christus een christelijk leven zijn dat onderworpen is aan de maatstaven van deze wereld?
Zou het leven in Christus een leven zonder offer zijn?
Of zou het leven in Christus inhouden: het afwijzen van de zondige pleziertjes, offeren van het eigen wil en de verloochening van het eigen leven vanwege gehoorzaamheid aan het Woord van God?
Bisschop Edir Macedo