Er is geen gebrek aan vijanden: ellende, eenzaamheid, ziektes, werkeloosheid, ongeluk in de liefde, verslavingen, schulden, familie problemen enz. Zij zijn ontelbaar, maar zij kunnen allen overwonnen worden.
De grootse van al deze vijanden echter is de dood. Sommige mensen zijn zich hier bewust van, maar anderen weten niet dat de dood een vijand is.
De dood komt voor gezonde en zieke mensen; jongeren en ouderen; rijken en armen. Hij kan op elk moment en op elke plaats komen, zij het op straat, thuis, op het werk, in het ziekenhuis, het vliegtuig, de kerk… Hij laat niet weten dat hij komt. De plaats maakt niets uit voor de dood.
Er is een verhaal dat de dood ooit tegen een man zei dat hij die week tot hem zou komen. Wanhopig om niet te sterven probeerde de man hem te bedriegen. Hij ging naar een gekostumeerd bal en besloot om zich te verkleden als clown. Toen de dood bij het bal aankwam zocht hij naar de man en omdat hij hem niet kon vinden, zei hij: “Nou, omdat ik de persoon die ik zocht toch niet kon vinden, neem ik tenminste deze clown mee”.
Het grote probleem is dat mensen zich druk maken om om andere vijanden te verslaan en de grootste vijand, de dood, hebben genegeerd.
Wanneer het moment aanbreekt om hem onder ogen te komen, dan zorgt het feit dat zij de prioriteit gaven om andere vijanden te overwinnen ervoor dat hij hun verslaat.
In de Heilige Geschriften staat:
“De laatste vijand, die onttroond wordt, is de dood” (1 Korintiërs 15:26) NBG ’51.
Dat wil zeggen dat er na de dood geen enkele vijand meer is om te overwinnen. Hij dient nu overwonnen te worden en het offer om hem verslagen te houden, dient dagelijks gemaakt te worden.
Het gezegde: “Eenmaal behouden, altijd behouden” is een leugen van de duivel.
Daarom zei de Here Jezus:
“Indien iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf en neme dagelijks zijn kruis op en volge Mij” (Lucas 9:23) NBG ’51.
Maar als hij nu op dit moment verschijnt, wie zal dan de winnaar zijn? Hij of u?
Voor degenen die door de dood overwonnen worden, is er nog het leed van de tweede dood, wat de poel van het vuur is:
“Wie een oor heeft, die hore, wat de Geest tot de gemeenten zegt. Wie overwint, zal van de tweede dood geen schade lijden” (Openbaring 2:11) NBG ’51.
Bisschop Romualdo Panceiro