De sterken en de zwakken

Degene die emotioneel is is zwak. Hij is ongedefinieerd in de beslissingen en in het geloof. Hij is een slaaf van de mening van anderen.
Dit maakt hem ongelukkig, ook al gelooft hij in God.

“Wij houden onze ogen immers niet gericht op de dingen die men ziet, maar op de dingen die men niet ziet; want de dingen die men ziet, zijn tijdelijk, maar de dingen die men niet ziet, zijn eeuwig.” (2 Korinthe 4:18)

De geborene uit de Geest is geest.
Hij leeft het rationele geloof. Hij vermijdt visies, gevoelens en emoties.
Hij gelooft om te zien en hij hoeft nooit te zien om te geloven.
Is dit dwaasheid? Zeker voor de seculiere wereld.
Niet voor de wereld van het geloof, het Koninkrijk van de Geest van God.

Alleen degenen die opnieuw zijn geboren kunnen het Koninkrijk van de Geest van God zien. Johannes 3.3
Alleen degenen die uit het water en de Geest zijn geboren, gaan het Koninkrijk van de Geest van God binnen. Johannes 3.5
Alleen degenen die uit God zijn geboren, kunnen de oorlog van de behoudenis overwinnen, omdat ze het bovennatuurlijke geloof gebruiken.

De geborene uit de emotie, uit het vlees of de natuurlijke mens heeft daarentegen niet de Heilige Geest om de wereld van het bovennatuurlijke geloof te onderscheiden.

Als gevolg daarvan heeft hij niet de moed om een serieuze verbintenis met God aan te gaan, zijn eigen wil te verloochenen, het kruis op te nemen en Hem te volgen.

Hij is eerder letterlijk een lafaard. Hij rent bij het minste geluid van de oorlogstrommels weg.
Hij heeft niet de moed om nee te zeggen tegen de zonde en om de duivelse onrechtvaardigheden onder ogen te zien.

Zijn emotionele geloof maakt hem verlegen tegenover familieleden, vrienden en kennissen.

Hetzelfde geldt niet met degenen die uit God zijn geboren. Hun geloof is standvastig, gegrond, gebaseerd op het Goddelijke woord. Ze geven niet om de mening van anderen…

En als iedereen ze verlaat vanwege hun geloof, dan worden ze sterker.
Uit de zwakheid halen ze kracht vandaan en nemen de beloftes in bezit.

“Maar de natuurlijke mens neemt de dingen van de Geest van God niet aan, want ze zijn dwaasheid voor hem. Hij kan ze ook niet leren kennen, omdat ze geestelijk beoordeeld worden.” (1 Korinthe 2:14)