Offer voor het LEVEN
Het besef van het offer is heel oud.In feite begon het in de hof van Eden. De Almachtige moest een dier offeren om de naaktheid van Adam en Eva te bedekken, zodoende verving hij de vijgenbladeren, die een inspiratie van de duivel waren.
De vijgenbladeren symboliseerden de religieuze bewering dat de naaktheid van de zonde zonder een offer bedekt kan worden. De evangelische kerken, in het algemeen, doen dit ook. Ze proberen om de deur van het Koninkrijk van God te verbreden door een doctrine die geen offer bevat.
Was er geen andere manier waarop Hij het probleem kon oplossen zonder een dier te hoeven doden? Als dat er was, dan had Hij het gedaan.
Was er geen andere manier om de mensheid te redden zonder het offeren van Jezus? Als dat er was, dan had Hij het gedaan.
Zoals u ziet, is het offer geen kwestie van opties. Vanaf het moment dat men een doel wil behalen in het leven, is het verplicht om te offeren.
Het karakter van de dief weigert het offer. Hij verkiest liever om iets te veroveren door andermans offer. Desondanks, zonder te willen, riskeert hij zijn vrijheid en zelfs zijn leven om iets te stelen. En is dit niet ook een offer?
De moordenaar verkiest liever om te doden dan om het slachtoffer te vergeven en in leven te laten.
De hoogmoedige verkiest liever om zijn arrogantie te behouden dan om zich te vernederen en om vergeving te vragen.
Er is geen andere manier!
Er bestaat geen enkel gebied in het seculiere of geestelijke leven waarbij het offer niet toepast.
Om een succesvolle baan te behalen, is het nodig om zich op de studies te storten;
Om een maandelijks salaris te ontvangen, is het nodig om te werken;
Om een huwelijk stevig te behouden, dient het koppel omwille van elkaar te offeren;
Om een ontmoeting met God te hebben, is het nodig om te offeren;
Om het geloof te behouden, is het nodig om te offeren;
Om de behoudenis van de eeuwige ziel te bereiken, is het nodig om te offeren.
Jezus zei: “Want ieder, die zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen; maar ieder, die zijn leven verloren heeft (offer) om Mijnentwil, die zal het vinden” (Matteüs 16:25) NBG ’51.
Tijdens sportevenementen maken de atleten normaal gesproken het teken van het kruis. Oftewel, ze doen hun gebeden om zich niet te blesseren en te overwinnen aan het eind van de
wedstrijd.
Anderen doen een beroep op hekserij en occulte zaken.
Het offer is zo noodzakelijk en efficiënt dat voordat de koninkrijken ten strijde trokken, hun respectievelijke priesters zelfs kinderen offerden om de gunst van hun goden te ontvangen.
De geschiedenis van het volk van Israël toont feiten aan waarbij ze alleen bevrijd werden door de offers.
Ondanks de Verbonden, het feit dat ze een uitverkoren volk waren, de beloftes te hebben gekregen en, boven alles, dat ze in hun voorouders een geschiedenis van geloof, trouwheid en een verbond met God hadden, moesten zij alsnog, ten tijde van moeilijkheden offeren om te
overleven.
In de oorlog tegen de Filistijnen werd Saul ongehoorzaam aan de bevelen van de profeet Samuël en bracht offers om te voorkomen dat zijn legeren zou deserteren.
Hij had geen autoriteit om het offerritueel uit te voeren. Dit was een taak die alleen voorbehouden was voor de priesters. Echter, door de geest van angst bewogen, haastte hij zich om dat te doen. Daarom had God spijt dat Hij hem had aangesteld als koning.
In die tijd garandeerde het offer vóór de strijd de overwinning. Met dit besef gingen de soldaten op de vijanden af met de absolute zekerheid van de overwinning. Ze wisten dat
God Zich over hen behaagde vanwege het offer.
De duivel en zijn kinderen haten het offer. Zelfs toen Jezus zei “Indien iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf en neme zijn kruis op en volge Mij”(Matteüs 16:24) geloven de “broeders” niet.
Als men niet bereid is om deze regel te volgen, dan is het niet eens genoeg om Jezus als Heer en verlosser te accepteren.
De Here Jezus vereist de drie soorten offers:
Ten Eerste: Zichzelf verloochenen;
Ten Tweede: Zijn kruis opnemen en
Ten Derde: Hem volgen.
Welke van de drie is makkelijker? Geen enkele. Allen vereisen offers, offers en offers.
Wie gelooft, gaat.
Wie niet gelooft, blijft achter net als de dwaze maagden (zie Matteüs 25:1-13