De duivel, die de waarde van de beproeving kent (de beproeving is de oplossing voor welk probleem dan ook, wanneer het op het Altaar van God wordt gepresenteerd), probeert de ware bedoeling hiervan te bezoedelen.
Velen lijden, jammeren, wanhopen en denken, helaas, dat zij worden beproefd.
Kanker, ellende, verraad en zoveel andere pijnen die, voor velen, een synoniem van een beproeving zijn geweest.
Over alles zeggen ze:
“God is me aan het beproeven!”, “Ik ga door een hele grote beproeving heen!”.
Al dit leed is echter geen beproeving!
Integendeel, het is noodzakelijk om het geloof te beproeving tegenover dit kwaad, en zo definitief af te rekenen met die situatie.
“Hierna gebeurde het, dat God Abraham op de proef stelde. Hij zeide tot hem: Abraham, en deze zeide: Hier ben ik. En Hij zeide: Neem toch uw zoon, uw enige, die gij liefhebt, Isaak, en ga naar het land Moria, en offer hem daar tot een brandoffer op een der bergen, die Ik u noemen zal” (Genesis 22:1-2).
Abraham werd beproefd en goedgekeurd, en daarom werd hij door de Allerhoogste gezien als de vader van het geloof.
De vrienden van God zijn degenen die worden goedgekeurd op Zijn Altaar.
De beproeving van Abraham was niet het feit dat hij geen kind kon krijgen.
De beproeving van Abraham was om het kind op het Altaar te leggen, op Moria.
Met dank aan: bisschop Djalma Bezerra