De blijdschap van David

In de meditatie van afgelopen vrijdag, hebben we de blijdschap van David geobserveerd toen de ark naar Jeruzalem werd gebracht. Hij was zo blij, dat het hem niets uitmaakte dat hij danste voor het aangezicht van zijn onderdanen, tot schande van Michal, zijn bittere vrouw. Maar in een andere post zullen we over haar schrijven…

Diep van binnen wilde David God altijd dienen. Ik verbeeld mij, dat toen David een kind was hij ervan hield om de verhalen te horen die hem werden verteld, over dat er een tabernakel was in Israël en hoe de levieten daar dag en nacht werkten. Aangezien hij geen kind van een leviet was, kon hij alleen maar dromen over zo een geprivilegieerde functie waarin hij zou leven om God te dienen.

Wat hij niet wist, is dat God het hart ziet en toen God Davids hart zag, zag hij daarin een echte leviet, ondanks dat hij niet het bloed had van een leviet. Terwijl de levieten van die tijd, zich niet in gereedheid brachten om weder te keren naar de gebruiken van het tabernakel, drong David erop aan dat dit het eerste zou zijn dat zou gebeuren, zodra hij koning zou worden. Hij veroverde Jeruzalem om de Ark van het Verbond vervolgens te brengen naar de rechtmatige plaats.

David liet toen het tabernakel opbouwen, precies tegen over zijn paleis, niet alleen om het dagelijks te kunnen bewonderen, maar om dicht bij hem te zijn, zich er een deel van te voelen, zoals hij zelf heel goed zegt in Psalm 84:

“Hoe lieflijk zijn Uw woningen, HEERE van de legermachten. Mijn ziel verlangt, ja, bezwijkt zelfs van verlangen naar de voorhoven van de HEERE; mijn hart en mijn lichaam roepen het uit tot de levende God. Zelfs vindt de mus een huis en de zwaluw haar nest, waarin zij haar jongen legt: bij Uw altaren, HEERE van de legermachten, mijn Koning en mijn God. Welzalig zijn zij die in Uw huis wonen, zij loven U voortdurend…Want één dag in Uw voorhoven is beter dan duizend elders; ik verkoos liever te staan op de drempel van het huis van mijn God dan lang te wonen in de tenten van de goddeloosheid.” (Psalm 84:2-5+11)

De wens van David was om God te dienen, daarom werd hij uitgekozen om koning van Israël te zijn. En daarom dat het geen profeet was, noch een leviet, noch een priester, die de inspiratie had om het HUIS van de HEER te bouwen, maar David.

Het eerste karaktereigenschap van een persoon die een hart heeft volgens het hart van God, is het volgende: God dienen al de dagen van zijn leven. Een extreme geestelijke karaktereigenschap, die alleen God Zelf ziet en daarom kiest en geeft Hij hem Zijn Geest.

Dit is de reden waarom velen de Heilige Geest niet ontvangen. Waar willen ze Hem voor, als Hij kwam zodat wij God kunnen dienen als levieten?

  • Met dank aan: Cristiane Cardoso

Overwonnen door ijdelheid

Alles wat we aanbieden en toewijden/opdragen in dit Werk is een eenvoudige terugkeer...

Veel meer dan wonderen!

En de menigten hielden zich eensgezind aan wat door Filippus gezegd werd, omdat zij luisterden...