Op Goddelijk bevel, droeg Mozes de verantwoordelijkheid aan Jozua over om het volk van Israël naar het Beloofde land te leiden.
De dood van Mozes trof Jozua echter erg zwaar. De Heer moest zodoende ingrijpen en hem versterken voor die missie.
“…welnu, maak u gereed, trek over de Jordaan hier, gij en dit gehele volk, naar het land, dat Ik hun, de Israëlieten, geven zal” (Jozua 1:2) NBG ’51.
Met andere woorden: wees bereid en neem het Beloofde Land in bezit.
Wat heeft dit vandaag de dag te maken met de volgelingen van de Here Jezus, het Nieuwe Israël?
Het volk van Israël was bevrijd van de Egyptische slavernij en hadden een vastbesloten gedachte in zich van Gods belofte dat Hij hun zou “voeren naar een goed en wijd land, een land vloeiende van melk en honig” (exodus 3:8) NBG ’51.
Gedreven door de kracht van deze belofte vertrokken ze naar de woestijn. Er was geen enkele tastbare garantie dat hun de zekerheid gaf dat deze belofte vervuld zou worden.
In feite overtuigde de Belofte die uit Gods mond kwam hun van die realiteit, al was hij nog onzichtbaar.
Maar nu was Mozes, vlak voor het Beloofde Land, gestorven.
De leider was dood, maar de Geest van de Belofte was dat niet.
De Geest van de Belofte sterft niet noch trekt Hij Zijn Woord in.
Dit is de Geest van het christelijke geloof.
De Geest van de Belofte getuigt met onze geest dat Zijn Woord vervuld zal worden.
Deze parel van een belofte gaat niet samen met de varkens en de heiligheid van het Woord gaat al helemaal niet samen met de honden.
Degenen echter die door de Geest geleid worden, die niet zien en toch geloven, zoals bij het geval van Jozua en Kaleb, nemen bezit van deze Belofte.
Wij waren, zoals de Hebreeën slaven waren in Egypte, ook slaven van de verslavingen en complexen, de depressies, angsten, twijfels en de religies. En zoals zij bevrijd en geleid werden door de Geest van de Belofte naar een goed en wijd land, een land vloeiende van melk en honig, zal dat ook gebeuren met de volgelingen van de Here Jezus.
Als zij, een hardnekkig volk, de belofte hebben bereikt, waarom zouden degenen die bevrijd zijn door het bloed van de Zoon van God en verzegeld zijn met de Geest van de Belofte niet hetzelfde recht hebben op hun land vloeiende van melk en honig?
Zou dit goed en wijd land, een land vloeiende van melk en honig niet het leven in overvloed zijn dat door de Here Jezus werd beloofd?
Dus “Laat ons gerust optrekken en het in bezit nemen, want wij zullen het zeker kunnen vermeesteren.” (Numeri 13:30) NBG ’51.
Bisschop Edir Macedo
Op Goddelijk bevel, droeg Mozes de verantwoordelijkheid aan Jozua over om het volk van Israël naar het Beloofde land te leiden.
De dood van Mozes trof Jozua echter erg zwaar. De Heer moest zodoende ingrijpen en hem versterken voor die missie.
“…welnu, maak u gereed, trek over de Jordaan hier, gij en dit gehele volk, naar het land, dat Ik hun, de Israëlieten, geven zal” (Jozua 1:2) NBG ’51.
Met andere woorden: wees bereid en neem het Beloofde Land in bezit.
Wat heeft dit vandaag de dag te maken met de volgelingen van de Here Jezus, het Nieuwe Israël?
Het volk van Israël was bevrijd van de Egyptische slavernij en hadden een vastbesloten gedachte in zich van Gods belofte dat Hij hun zou “voeren naar een goed en wijd land, een land vloeiende van melk en honig” (exodus 3:8) NBG ’51.
Gedreven door de kracht van deze belofte vertrokken ze naar de woestijn. Er was geen enkele tastbare garantie dat hun de zekerheid gaf dat deze belofte vervuld zou worden.
In feite overtuigde de Belofte die uit Gods mond kwam hun van die realiteit, al was hij nog onzichtbaar.
Maar nu was Mozes, vlak voor het Beloofde Land, gestorven.
De leider was dood, maar de Geest van de Belofte was dat niet.
De Geest van de Belofte sterft niet noch trekt Hij Zijn Woord in.
Dit is de Geest van het christelijke geloof.
De Geest van de Belofte getuigt met onze geest dat Zijn Woord vervuld zal worden.
Deze parel van een belofte gaat niet samen met de varkens en de heiligheid van het Woord gaat al helemaal niet samen met de honden.
Degenen echter die door de Geest geleid worden, die niet zien en toch geloven, zoals bij het geval van Jozua en Kaleb, nemen bezit van deze Belofte.
Wij waren, zoals de Hebreeën slaven waren in Egypte, ook slaven van de verslavingen en complexen, de depressies, angsten, twijfels en de religies. En zoals zij bevrijd en geleid werden door de Geest van de Belofte naar een goed en wijd land, een land vloeiende van melk en honig, zal dat ook gebeuren met de volgelingen van de Here Jezus.
Als zij, een hardnekkig volk, de belofte hebben bereikt, waarom zouden degenen die bevrijd zijn door het bloed van de Zoon van God en verzegeld zijn met de Geest van de Belofte niet hetzelfde recht hebben op hun land vloeiende van melk en honig?
Zou dit goed en wijd land, een land vloeiende van melk en honig niet het leven in overvloed zijn dat door de Here Jezus werd beloofd?
Dus “Laat ons gerust optrekken en het in bezit nemen, want wij zullen het zeker kunnen vermeesteren.” (Numeri 13:30) NBG ’51.
Bisschop Edir Macedo