mask“Toen strekte hij zich driemaal uit bovenop het kind en riep tot de Here en zeide: Here, mijn God! Laat toch de ziel van dit kind in hem terugkeren. En de Here hoorde naar de stem van Elia, en de ziel van het kind keerde in hem terug, zodat het levend werd” (1 Koningen 17:21-22).
Elia riep God aan en de ziel van de jongen, die al bij God was, keerde tot hem terug.
Hoeveel antwoorden worden er verkregen door een aanroeping, vasten of een gebedsketting?
Er zijn echter andere antwoorden die meer van ons geloof vereisen.
Elia ging de berg Karmel op, op zoek naar een antwoord waaruit zou blijken dat zijn God de Enige is.
Hij wilde dat het vuur uit de hemel gestuurd zou worden.
Iets bovennatuurlijks, iets dat geen enkel twijfel zou achterlaten over wie de Ware God was.
In dit geval moest hij een uitdaging van geloof doen, wat precies het offer is.
Wat het offer betreft, zal het altijd de grootste uitdrukking van het geloof zijn, ongeacht op welk altaar en waar dit wordt gepresenteerd. De dienaren van baäl presenteerden het offer voor baäl.
En Elia presenteerde het offer voor God.
Het resultaat kon niet anders zijn: God beantwoordde met vuur!
Vandaag de dag is er sprake van hypocrisie onder hen die zichzelf gelovigen, evangelisten en zelfs christenen noemen. Zogenaamde “broeders” die kritiek leveren op degenen die, in de naam van hun geloof, offeren op het Altaar van de Levende God.
Als deze “broeders”, zouden streven naar het tonen van het geloof dat werkt, aan degenen die bedrogen werden door religies, met dezelfde intensiteit waarmee ze degenen die offeren vervolgen en bekritiseren, dan zou het Koninkrijk van God hier op aarde zich veel sneller uitbreiden. Maar de waarheid is dat zij niet kunnen tonen wat zij zelf niet leven, en zij leven het niet, omdat zij niet geloven.
Ik vraag me af:
Als deze “broeders” op de berg Karmel waren, op het moment van de Uitdaging van Elia, aan welke kant zouden zij dan staan? Aan de kant van God of baäl?
Met dank aan: bisschop Djalma Bezerra