Om zijn neefje Lot te redden, moest Abraham vier naties verslaan, die zelf al vijf andere naties hadden verslagen.
Oftewel, Abraham versloeg negen naties in één keer met 318 mannen.
Stel u zich de kwaliteit van deze dienaren voor.
De glorie van die overwinning lag echter niet aan zijn moed en lef.
Maar omdat hij vertrouwde op zijn beloftes: “Ik zal zegenen wie u zegenen, en wie u vervloekt zal Ik vervloeken…” (Genesis 12:3) NBG ’51.
Zijn overwinning was zo groot dat hij zelf ervan schrok.
Hij was bang dat zijn faam opstand zou oproepen bij de andere volken die, verenigd hem konden vervolgen.
Maar, zijn wonderbaarlijke Heer kwam hem tegemoet om hem te bemoedigen en zei tegen hem: ” Vrees niet, Abram, Ik ben uw schild; uw loon zal zeer groot zijn”.
En Abraham nam gebruik van de gelegenheid en klaagde: “Here HERE, wat zult Gij mij geven, daar ik kinderloos heenga en de bezitter van mijn huis, dat zal deze Damascener Eliëzer zijn”.
“Deze zal uw erfgenaam niet zijn, maar uw lijfelijke zoon, die zal uw erfgenaam zijn”.
Vervolgens leidde Hij hem buiten de tent en zei tegen hem: “Zie toch op naar de hemel en tel de sterren, indien gij ze tellen kunt; en Hij zeide tot hem: Zo zal uw nageslacht zijn” (Genesis 15:1-5) NBG ’51.
Elke ster symboliseerde een afstammeling van Abraham.
Hij kon de ster niet tellen, zoals hij ook niet het getal van zijn afstammelingen zou kunnen tellen.
Wie in hetzelfde geloof van Abraham leeft, is een één van die sterren.
Elke ster heeft een belofte van God, over de eed van de beloftes die aan Abraham werden gemaakt.
Elke afstammeling is, door een wettelijke recht, één van zijn “sterren”.
Bent u een ster van Abraham?
Bisschop Edir Macedo