Sinds het begin van het christendom werd het geloof van Gods volk constant getest. Elke christen vecht zijn eigen strijd tegen de verlangens van het vlees, misverstanden, eenzaamheid, ongerechtigheid, met andere woorden; moeilijke situaties die druk uitoefenen vanuit alle kanten. En alsof dat niet genoeg was, zijn er ook de financiële, sentimentele en familie problemen…
Het was niet makkelijk toen ik mijn tocht van geloof begon. Ik herinner me de teleurstellingen die ik had in mijn liefdesleven, de eenzaamheid die ik verdroeg en de veroordelende blikken en commentaren die over mijn geloof werden gemaakt – ik werd als een fanatiekeling beschouwd door degenen van wie ik het meest hield.
Niemand geloofde in mij…
Het ergste van alles is dat deze fase van mijn leven bijna acht jaar duurde. Toen ik eindelijk mijn wederhelft ontmoette, probeerde mijn pastor haar van mij af te pakken en aan zijn zoon te koppelen! Kunt u dat geloven?
Zelfs nog voordat ik het evangelie begon te prediken, werd ik in het vuur geworpen. Stel u zich voor wat er gebeurde nadat ik het evangelie begon te prediken… commentaar is overbodig!
Na 45 jaar het geloof te leven, is dit vuur geen vreemde meer voor mij! Het is mijn metgezel geworden…
In de tijd van de apostelen waarschuwde de Heilige Geest de ware christenen door te zeggen: “Geliefden, laat de vuurgloed, die tot beproeving dient, u niet bevreemden, alsof u iets vreemds overkwame.” (1 Petrus 4:14) Het meest glorieuze deel is dat niemand wordt getest tenzij hij geliefd is!
Degenen die van God zijn verdragen het vuur omdat ze deelnemen aan het lijden van Christus. “Indien gij door de naam van Christus smaad lijdt, zijt gij zalig, daar de Geest der heerlijkheid en de Geest Gods op u rust.” (1 Petrus 4:12)
Onze Here Jezus Christus zij geprezen.
Bisschop Edir Macedo