sad1Hallo bisschop,
U spreekt met Igor, de jongeman met wie u afgelopen dinsdag sprak.
Door middel van deze email wil ik u graag informeren dat ik gedaan heb wat u mij adviseerde tijdens ons gesprek op dinsdag. En ik ben me inderdaad beter aan het voelen. Ik belde Jessica waar mijn vrouw bij stond en ik sprak met haar. Ik vroeg haar om vergeving voor alles wat er is gebeurd en ik zei tegen haar dat het mij heel blij zou maken als zij, net als ik, zou strijden om er weer bovenop te komen. Zij vertelde mij dat zij aan het strijden is voor haar Behoudenis en trouw de kerk bezoekt. Zij vroeg mij ook voor vergeving en, Godzijdank, voel ik me beter daardoor.
Ik had nooit gedacht dat ik op een dag door dit alles heen zou gaan. Ik ben altijd van het Altaar geweest, heb nooit veel vrienden gehad (vooral niet als het mensen betrof die een verkeerd gedrag hadden), ik ben nooit een rokkenjager geweest, ook niet toen ik nog in de wereld was, en in de kerk heb ik nooit de gewoonte gehad om vrouwen te counselen. En omdat ik dacht dat ik nooit in de zonde zou vallen met een vrouw, onderschatte ik de duivel, en die ene keer dat ik dit soort counseling verrichtte, viel ik in deze valkuil.
Ik ben altijd toegewijd geweest aan de dingen van God en begrijp niet waarom ik toeliet dat de duivel mij hiermee deed vallen. Ik heb hier veel mee geleden. Ik leed aan beschuldigingen in mijn geweten, beschuldigingen en afwijzing van anderen die ooit mijn vrienden waren (ik weet dat ik dat verdiende), maar bovenal leed ik omdat ik mijn Heer had gekwetst die altijd voor mij zorgde. Ik leed ook vanwege het feit dat ik mensen, die van mij hielden en geloofden dat ik een man van God was, teleurgesteld had.
Er was niet één dag waarop ik niet huilde, een gigantische pijn nam bezit van mijn ziel. Het was precies zoals u een dezer dagen had gepredikt: “Wij blijven achter met een leegte in ons binnenste die zo groot is dat niets die leegte kan vullen in ons hart”. Daarom besloot ik om, samen met mijn vrouw, iets waanzinnigs te doen tijdens de Campagne van Israël. Wij deden wat wij moesten doen en ik vroeg God dat Hij deze tragedie zou herstellen en niet van Mij zou afwijken en dat ik in de toekomst Hem weer zou mogen dienen.
Ik maakte gebruik van deze momenten van verdiet en wanhoop om mijn voor God te vernederen, Hem te zoeken zoals ik nog nooit had gedaan en al mijn kracht daarvoor te gebruiken.
De leed die ik deze laatste drie maanden heb gevoeld heb ik niet eens gevoeld toen ik Jezus nog niet kende, maar op geen enkel moment heb ik overwogen om het geloof te verlaten of om naar een andere kerk te gaan (hoewel er geen gebrek aan uitnodigingen en verleidingen van de duivel was), omdat mijn hart al behoort aan het Altaar dat in het UKGR Centrum is.
Mijn leven begint zich te herstellen, wij zijn aan het werken en ons leven aan het opbouwen, maar er is een leegte, de leegte van het Altaar. Ik ben gelukkig omdat ik het vertrouwen van mijn God en mijn Behoudenis heb kunnen heroveren, maar ik voel een pijn, de pijn van het verliezen van één van de dingen waar ik het meest van hield, het voorrecht om het Evangelie te mogen prediken. Ik wens niemand deze pijn toe, maar het zou goed zijn als veel pastors meemaken wat ik nu meemaak, zodat zij het Werk van God zouden kunnen waarderen, want ik leer om de kleinste dingen te waarderen. Ik zal nooit meer toelaten dat de duivel dit met mij doet, omdat ik nu weet dat ik mijn ogen niet eens voor een seconde kan sluiten.
Ik ben veel volwassener geworden en misschien lijkt drie maanden heel weinig tijd, maar ik zeg u dat één dag buiten het Altaar op één jaar lijkt. Tot nu toe heb ik niet kunnen genieten van deze “vrijheid” die er is buiten het Altaar. Toen ik nog een pastor was, zag ik pastors glimmen van plezier als zij drie vrije dagen hadden gekregen, ikzelf werd daar toen ook blij van, maar nu ik hierbuiten ben en ik heb alle tijd om te doen wat ik wil, kan ik het niet, het brengt geen enkel plezier. Ik zou al deze vrijheid opofferen om nogmaals een dienaar van Jezus te mogen zijn.
Toen ik het Werk van God verliet, besloot ik om alles te doorstaan om mijn behoudenis te heroveren en in de toekomst een kans te bemachtigen om het Werk van God weer te mogen uitvoeren en dat is mijn geloof bisschop. Mijn vrouw en ik zitten in de evangelisatie groep en in de dienst van ex-pastors. Ik ben mijzelf tot Gods beschikking aan het stellen, omdat ik deze zondag heb ingezien dat wij altijd met onze twee voeten moeten staan op de grote IK BEN en ik erken dat ik hem nodig heb om dit werk uit te kunnen voeren. Ik geloof dat het zal geschieden.
Ik dank u voor de aandacht die u mij hebt geboden, hoewel ik die niet verdiende en dat u deze e-mail hebt gelezen.
Ik stuur deze e-mail met het enige doel om uit te leggen wat mij is overkomen, omdat ik weet dat het Werk van de Heilige Geest is en als de mens mij niet heeft verlaten, hoeveel minder zal Hij dat dan doen!
Ik erken dat ik heel verrast en gelukkig was met de manier waarop u mijn vrouw en ik heeft te woord gestaan afgelopen dinsdag, omdat ik zo’n hulp niet verdiende. Nogmaals heeft u mij getoond dat u de Heilige Geest heeft.
Bedankt bisschop.
Igor
(Een e-mail die gestuurd werd naar bisschop Gonçalves)