Een jonge donkere jongen zat bij de ingang van zijn school te wachten op zijn moeder om hem op te halen.
Hij was naar een man aan het kijken die in het park, aan de overkant van de school, ballonnen vulde met helium en die verkocht. Zo af en toe liet hij, om de aandacht van de omstanders te trekken, een ballon los zodat hij de lucht in vloog… een rode ballon, soms een gele ballon en zo ging het verder.
Nieuwsgierig geworden stak hij de straat over en vroeg de verkoper:
– Meneer kunt u de zwarte ballon niet laten vliegen?
De man liet onmiddellijk een zwarte ballon de lucht in gaan en zei:
– Mijn beste jongen, het is niet de kleur van de ballon die hem laat vliegen, maar wat er in hem zit.
Mensen zoeken allerlei smoesjes om te rechtvaardigen waarom ze niet naar voren gaan in het leven. Sommigen vanwege complexen over hun huidskleur, anderen vanwege gebrek aan scholing, geld, gelegenheid, werk of omdat zij een ex-gedetineerde zijn, bedelaar, dik, dun, lelijk, arm, dakloos of in een slechte buurt wonen enz.
Als men echter tot de ware bron van dit alles gaat, dan kan men het in één woord samenvatten: twijfels.
De vervloekte twijfels houden een ieder tegen om vooruit te gaan, onafhankelijk van iemands intellectuele capaciteit of sociaal-economische conditie.
Wanneer men over het geloof praat, dan associëren velen het met een religieus leven, een leven van gebed, het bezoeken van de kerk en dergelijke dingen.
In tegenstelling tot wat men denkt, heeft het ware geloof in God niets te maken met religie. Het is Gods kracht die in het innerlijk werkt van de nederigen van geest (de ballonnen) om hun hogere hoogtes te doen bereiken.
Hij doet de zwakke in zichzelf geloven en opent zijn geestelijke visie zodat hij zijn dromen kan realiseren.
Het is niet voor niets dat het bepaald is:
“Integendeel, wat voor de wereld dwaas is, heeft God uitverkoren om de wijzen te beschamen, en wat voor de wereld zwak is, heeft God uitverkoren om wat sterk is te beschamen; en wat voor de wereld onaanzienlijk en veracht is, heeft God uitverkoren, dat, wat niets is, om aan hetgeen wèl iets is, zijn kracht te ontnemen” (1 Korintiërs 1:27-28) NBG ’51.
Met welk doel heeft de Here God dit gedaan?
Om een onderscheid qua leven te tonen tussen degenen die in Hem geloven en degenen die dat niet doen.
Bisschop Edir Macedo