De bovenstaande titel doet vermoeden dat er één gebed bestaat dat helemaal perfect is in de ogen van God, alsof het een formule of spreuk was. Dat is natuurlijk niet zo. Jezus heeft ons echter wel geleerd wat wij wel en niet dienen te doen in een gebed en gedurende deze boodschappen zullen we hierover praten.
In Matteüs 6:7 staat er geschreven dat Jezus zei “En gebruikt bij uw bidden geen omhaal van woorden, zoals de heidenen…”.
Wie waren de heidenen?
Dat waren de volken die niet in de God van Israël geloofden, maar hun eigen afgoden dienden en tot hun baden. Het waren mensen die veel ceremoniën en tradities hadden en een groot spektakel maakten om hun geloof voor die afgoden te tonen.
In onze dagen zijn de heidenen de ongelovigen. Als wij echter over ongelovigen praten, dan hebben we het niet alleen over mensen die niet naar de kerk komen, zoals atheïsten, agnosten of mensen met andere geloofsovertuiging, maar we hebben het óók over mensen die religieus zijn en God niet kennen. Degenen die, net als de heidenen, veel waarde hechtten aan ceremoniën en lange gebeden met moeilijke woorden. In feite zetten ze een mooie show neer, maar is hun hart ver van God.
Jezus leerde ons om geen omhaal van woorden te maken bij het gebed. Dat wil zeggen om telkens dezelfde dingen te zeggen en dezelfde woorden te herhalen. Soms denkt de persoon dat hoe langer hij bidt, hoe gezegender hij zal worden. Dus begint hij dezelfde dingen in zijn gebeden constant te herhalen. In feite toont dit, op geen enkele manier, het geloof en zal de persoon niet meer gezegend woorden. De Here Jezus geeft ons hier een duidelijk waarschuwing voor “…want zij menen door hun veelheid van woorden verhoord te zullen worden”. Het feit is dat een persoon niet verhoord zal worden, omdat hij heel lang bidt, maar omdat hij met geloof en oprechtheid bidt. In de ogen van God is een gebed van 5 minuten met geloof en eerlijkheid beter dan een lang gebed met onnodige lege woorden die constant herhaald worden.
“Wordt hun dan niet gelijk, want [God] uw Vader weet, wat gij van node hebt, eer gij Hem bidt.”
Jezus was heel revolutionair door te zeggen dat wij God als een Vader dienen te beschouwen. De Joden, die door God werden uitgekozen als Zijn volk, zagen Hem niet als een Vader, maar als een Heer. In de ogen van de Joden was het lasterlijk om God als vader te beschouwen, omdat als iemand zou beweren dat hij een kind van God was, dat zou betekenen dat hij zich gelijk maakte aan God.
De Here Jezus onderwees ons echter om tot God te bidden als een kind dat een antwoord van Zijn Vader verwacht. De logica hiervan is dat een kind dichter bij zijn vader staat, dan een dienaar bij zijn heer. Dus toen onze Heer ons openbaarde om God als Vader te zien, bracht Hij Hem in feite dichter bij ons. Daarom leerde Hij om het gebed zo te beginnen: “Onze Vader die in de hemelen zijt…”
Conclusie:
1: Maak geen constante herhalingen van woorden in uw gebed,
2: Beschouw God als een Vader die klaar voor u staat.
Bisschop Rui Silva
Volg mij op twitter: @BpRuiSilva
Bezoek ook mijn blog op: http://bpruisilva.blogspot.nl