Een ongerechtigheid die nooit verzoend zal worden

“Want Ik heb hem bekendgemaakt dat Ik over zijn huis voor eeuwig gericht zal oefenen, omwille van de ongerechtigheid die hij geweten heeft; want toen zijn zonen zich vervloekt gemaakt hebben, heeft hij hen niet eens zuur aangekeken. En daarom heb Ik het huis van Eli gezworen: De ongerechtigheid van het huis van Eli zal in eeuwigheid niet verzoend worden door slachtoffer of door graanoffer!” (1 Samuel 3:13-14)

God is een Goede en Rechtvaardige Heer. Daarom is Hij niet passief tegenover de val van Zijn dienaar. Daarom staat Hij onbegrijpelijke situaties toe om te onthullen wat niet door de menselijke ogen wordt gezien.

Hij doet er alles aan om de persoon te waarschuwen voor de geestelijke illusie waarin hij zich bevindt, maar als hij, net als Eli en zijn kinderen, zijn ogen en oren wil sluiten voor wat de Heilige Geest zegt, kan er verder niets worden gedaan.

Eli kende zijn geestelijke conditie, want God had zijn ongerechtigheid al geopenbaard, evenals degenen met een kwade bedoeling, ijdelheid of persoonlijke verlangens hun condities kennen.

Zelfs nadat hij berispt werd door de Allerhoogste, bleef Eli het Werk doen alsof er niets was gebeurd.

Het gebrek aan moed om de moedwillige kinderen uit de Tempel te verwijderen, was buitengewoon onaangenaam in Gods ogen. Oftewel, tussen het eren van de Here of zijn kinderen koos hij voor de tweede optie.

Met deze houding blokkeerde hij de weg naar het Altaar, want het volk was ontmoedigd in het geloof en ze waren verloren door de slechte getuigenis van zijn hele gezin.

De doordachte en berekende ongerechtigheid is ernstig omdat het laat zien dat men zonder moeite Gods plannen dwarsbomen en ingaan tegen alles wat Hij bepaalt.

Hij die het werk van God doet en geen idee heeft van hoe heilig het is en dat he eerbied vereist, begaat ONGERECHTIGHEID en kan een niveau van verderf bereiken dat ervoor kan zorgen dat hij nooit kan worden hersteld.

Mensen die direct in het Werk van God werken, kunnen zelfs een profiel hebben van zachtmoedigheid, hartelijkheid, zorgzaamheid, vele jaren van onbaatzuchtige dienstbaarheid, maar als ze ongerechtigheid in hun binnenste koesteren, of een slechte intentie, hoe klein dan ook, stoppen ze een rechtvaardige persoon in de ogen van God te zijn.

Door dit te doen, veroorzaakt ze een onomkeerbare schade aan haar ziel, want naast het verliezen van jaren goede werken, draagt ze nog de ongerechtigheid die met niets kan worden vergeven.

En waarom kan ze geen vergeving ontvangen?

Juist omdat deze persoon al het werk van de Heilige Geest negeerde om berouw te bevorderen (Hebreeën 6: 4-6)

Met dank aan: Bisschop Domingos Siqueira