Eenheid van geest

“Opdat zij allen één zullen zijn, zoals U, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons één zullen zijn, opdat de wereld zal geloven dat U Mij gezonden hebt. En Ik heb hun de heerlijkheid gegeven die U Mij gegeven hebt, opdat zij één zijn, zoals Wij Eén zijn; Ik in hen, en U in Mij, opdat zij volmaakt één zijn en opdat de wereld erkent dat U Mij gezonden hebt en hen liefgehad hebt, zoals U Mij hebt liefgehad. (Johannes 17:21-3)

De duivel kent de kracht van ÉÉN zijn. Daarom probeerde hij sinds het begin met Adam en Eva, de mens, door de zonde, die eenheid te laten verbreken.

Dit is onze kracht: Eenheid!

De kerk moet één zijn, de pastors één, de helpers één, het volk één! Zo houdt niemand ons tegen!

Dit is het verschil tussen de Universele kerk en andere kerken.

En daarom probeert de duivel deze eenheid te verbreken om de Kerk te verzwakken!

Als we verenigd zijn met onze Heer, zullen we verenigd zijn met elkaar. Er zal geen tijd zijn om naar andere dingen te kijken, onzinnigheden, kleine problemen, enz.

In deze Grote Vasten van Daniël zullen we één zijn met onze Heer en één met elkaar. We gaan de hel aanvallen. Er zal over de hele wereld een grote Geestelijke Opwekking plaatsvinden!

“En de HEERE zei: Zie, zij vormen één volk en hebben allen één taal. Dit is het begin van wat zij gaan doen, en nu zal niets van wat zij zich voornemen te doen, voor hen onmogelijk zijn.” (Genesis 11:6)

Onze God kent de waarde, de kracht en de grootsheid van deze eenheid van geest! Daarom kunnen we deze eenheid niet verliezen of laten breken.

Zonde is wat ons scheidt van God, het is wat die eenheid verbreekt, LAAT WIJ WAKEN!

“Ik ben de Wijnstok, u de ranken; wie in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt u niets doen.” (Johannes 15:5)

 
 
 
 
  • Met dank aan: Bisschop Henrique Costa

Overwonnen door ijdelheid

Alles wat we aanbieden en toewijden/opdragen in dit Werk is een eenvoudige terugkeer...

Veel meer dan wonderen!

En de menigten hielden zich eensgezind aan wat door Filippus gezegd werd, omdat zij luisterden...