Heeft u weleens meegemaakt dat u iemand hielp en hier geen erkenning voor kreeg? Heeft u al eens gediend met al uw kracht, en het leek alsof u geen enkele beloning kreeg voor uw bediening? Soms is de ondankbaarheid zo groot dat er niet eens een bedankje vanaf kan.
Dit gebeurde precies met Mordekai, de neef van koningin Ester.
Op een bepaalde dag ontdekte hij een plan dat werd beraamd om koning Ahasveros te doden. Hij zorgde er onmiddellijk voor dat de koningin hiervan op de hoogte werd gebracht, zodat zij haar echtgenoot ervan op de hoogte kon brengen. Hierdoor ontsnapte de koning aan de dood en de samenzweerders werden opgehangen. Mordekai deed dit niet met de intentie om geëerd te worden, maar omdat hij rechtvaardig en Godvrezend was.
Maar, Ahasveros was de man met de grootste macht en autoriteit in Perzië, hij was in staat om het goede dat hij ontving te erkennen. Maar dat deed hij niet! Hij liet dit gebaar simpelweg registreren in de kronieken (koninklijke boeken). Als de goede actie van Mordekai, tegen die tijd vrijwel onopgemerkt bleef, dan zou het na verloop van tijd al helemaal vergeten worden.
Tijdens een bepaalde nacht echter, waarin Ahasveros niet kon slapen, beval hij zijn dienaren om hem voor te lezen uit de kronieken. Toen werd er voorgelezen over wat Mordekai had gedaan om het leven van de koning te redden (zie Ester 6:1-2).
Terwijl de mensheid een zwak geheugen en een ondankbaar hart heeft, is de Allerhoogste het tegenovergestelde hiervan. Hierom liet Hij die nacht van slapeloosheid van de koning toe, zodat Zijn dienaar Mordekai geëerd kon worden. Zie maar:
“…zeide de koning: Welke eer en onderscheiding is daarvoor aan Mordekai bewezen? En de dienstdoende hovelingen des konings antwoordden: Hem is niets bewezen” (Ester 6:3).
Op datzelfde moment dat de koning besloot om Mordekai te belonen, kwam Haman, zijn premier en aartsvijand van het Joodse volk. Haman had net een galg voorbereid om Mordekai aan op te hangen, vanwege de diepe haat die hij koesterde voor hem. Toen de koning Haman vroeg hoe een man die hij waardeerde, geëerd diende te worden, dacht hij dat de koning hem wilde eren voor zijn diensten aan het koninkrijk.
Haman was zo bezorgd om glorie, dat hij een gevangene was van zijn eigen begeerte.
Zo suggereerde hij dus een soort verering die een koning waardig was, dat ervoor zou zorgen dat iedereen verwonderd zou zijn. Hij zei tegen de koning dat deze man gekleed diende te worden in de kleding van de koning, op een koninklijk paard gezet diende te worden en dat hij ook de kroon van Ahasveros diende te dragen. Bovendien suggereerde Haman ook dat die persoon op het paard, door de straten van de stad geleid diende te worden, onder begeleiding van een edelman die met luide stem zou roepen:
“Zó wordt gedaan aan de man wie de koning eer wil bewijzen!” (Ester 6:8-9)
Haman had zijn borst al naar voren en zag zichzelf al in dat scenario, toen hij de woorden hoorde die hem hadden bedrogen. De koning zei dat hij zich diende te haasten, want dit zou gaan gebeuren met Mordekai.
Mordekai werd met alle pracht en praal door de straten van de stad geleid door Haman, die aan de teugels van het dier trok en riep: Zó wordt gedaan aan de man wie de koning eer wil bewijzen!
Dit is heel sterk! Iedereen was vast heel verbaasd over wat zij zagen. Deze grote eer kwam niet omdat de koning goed was, maar omdat God het zo wenste. Hij bereidde dit speciale moment voor, voor de dienaar die Hem behaagde.
We leren dat degenen die hun eigen eer zoeken, onteerd worden. Maar degenen die dienen, in afwachting van de beloning van de Here Jezus, worden door Hem herinnerd. En wanneer de Allerhoogste een van Zijn dienaren wilt eren, kan niets of niemand het tegenhouden.
Dit dient als een waarschuwing voor degenen die vandaag degenen die van God zijn, vernederen en belachelijk maken. Want, morgen, zullen zij, niet alleen “het paard voor hen trekken”, maar ook moeten toegeven dat de Heer die zij dienen, groot en gevreesd is op heel de aarde.
Wij hebben deze eer gezien in het werk dat door de Universele Kerk verricht wordt in de gehele wereld. Hoe meer onrecht, vervolgingen en vernedering zij meemaakte, werd zij geëerd door de Heilige Geest. De vruchten zijn er om dit te bewijzen! Alleen degene die het niet wil zien, zien het niet.
Met dank aan: bisschop Domingos Siqueira