Het verhaal van Jakob en Esau brengt ons verschillende lessen over het geloof en het leven. Één van die lessen gaat over het belang van iets willen met uw gehele kracht.
De naam Jakob betekent letterlijk “hij die de hiel pakt”. Jakob ontving deze naam, omdat hij, toen hij geboren werd, de hiel vasthield van zijn tweelingbroer Esau, net als iemand die als eerste geboren wilde worden.
Als eerste geboren worden maakte toentertijd een groot verschil. Alle zegens van zijn vader, de rechten van de familie en het recht om de stam in de toekomst te mogen leiden zouden aan de eerstgeborene toebehoren. De andere kinderen moesten simpelweg de overgebleven posities accepteren en de eerstgeborene dienen.
Esau echter had de garantie van de zegen. Jakob bleef alleen maar achter met een onmogelijke droom.
Maar aan het einde was het Jakob die de zegen kreeg en Esau die aan het kortste eind trok. Waarom? Was het onrechtvaardigheid? Hoe kan God Jakob zegenen ondanks zijn fraude?
Omdat Jakob ervoor koos om de zegen meer te waarderen dan Esau.
Esau was al zeker van de zegen. Hij dacht dat het alleen maar een kwestie van tijd was. Het was niet mogelijk dat het op een andere manier kon, dacht hij. Daarom ontspande hij zich. Tijdens een moment van honger begon hij met de zegen te spelen en verruilde het voor een bord eten.
Jakob toonde echter dat hij bereid was om te doen wat nodig was om die onmogelijke droom te behalen. Hij wilde het zo graag dat hij het punt bereikte om zijn vader en broer te bedriegen om het te kunnen hebben. Natuurlijk keurde God deze manieren niet goed en Jakob betaalde een hoge prijs ervoor. Zijn verlangen was niettemin groter dan die van Esau en dat werd door God geëerd.
Misschien heeft u de fout van Esau gemaakt. U dacht dat dingen vanzelf zouden gebeuren, dat uw dromen vroeger of later zullen uitkomen (u gelooft immers in God, u heeft Zijn beloftes) u werd nalatig. U schakelde uw automatische piloot in. Wat moet komen, zal komen.
De mensen die vandaag de dag zo zijn, zijn dezelfde mensen die in de toekomst om zich heen zullen kijken en zien dat anderen hun al hebben gepasseerd en vervolgens zullen zij over “onrechtvaardigheid!” klagen. Mensen die bitter zijn, lange gezichten trekken en over alles en iedereen, zelfs God, klagen – behalve over zichzelf.
Jakob wilde de zegen meer hebben dan Esau. Daarom vocht hij er meer voor. Hij offerde meer. Hij ontving meer.
Dit bewijst dat willen beter is dan ergens toe in staat zijn.
Met dank aan: Bisschop Renato Cardoso