“En Hij sprak deze gelijkenis: Iemand bezat een vijgeboom, die in zijn wijngaard was geplant, en hij kwam om vrucht daaraan te zoeken en vond er geen. En hij zeide tot de wijngaardenier: Zie, het is nu al drie jaar, dat ik vrucht aan deze vijgeboom kom zoeken en ik vind ze niet. Hak hem om! Waarom zou hij de grond nutteloos beslaan? Hij antwoordde en zeide tot hem: Heer, laat hem nog dit jaar staan, ik zal er eerst nog eens omheen graven en er mest bij brengen, en indien hij in het komende jaar vrucht draagt, (dan is het goed,) maar anders, dan moet gij hem omhakken”(Lucas 13:6-9) NBG ’51.
Wat voor geest had de eigenaar van de wijngaard: tevreden of opstandig?
Had deze vijgeboom niet dezelfde behandeling gekregen als de anderen?
Had hij niet dezelfde hoeveelheid water gekregen als de anderen?
Zat het probleem in de aarde, die goed was voor de andere bomen, maar niet voor deze boom?
Als zij allen op dezelfde manier behandeld werden, waarom brachten de anderen dan vruchten voort en deze boom niet?
Het probleem was zeker weten de boom zelf!
Alles wat de anderen ontvingen, ontving hij ook. Dus de vijgeboom had vruchten moeten voortbrengen. Daarom was de eigenaar van de wijngaard zo opstandig.
Toen zijn dienar zei, “Heer, laat hem nog dit jaar staan, ik zal er eerst nog eens omheen graven en er mest bij brengen, en indien hij in het komende jaar vrucht draagt, (dan is het goed,) maar anders, dan moet gij hem omhakken” antwoordde de heer niets, omdat het toch niet zou baten. Drie jaar lang hadden ze al om hem heen gegraven en hem bemest – alles werd al gedaan in zijn voordeel.
Heeft God niet hetzelfde aan allen gegeven?
Bijvoorbeeld: Zijn de boodschappen van bisschop Macedo alleen beschikbaar voor sommigen of voor allen?
Wat de bisschop van God ontvangt, houdt hij dat voor zichzelf of deelt hij het met iedereen?
We hebben gezien dat hij het met iedereen deelt!
Dus, als het voor iedereen is, waarom hebben sommige mensen vrucht gedragen en anderen niet?
Hier is het antwoord:
“Daarom dan, laten ook wij, nu wij zulk een grote wolk van getuigen rondom ons hebben, afleggen alle last en de zonde, die ons zo licht in de weg staat, en met volharding de wedloop lopen, die vóór ons ligt” (Hebreeën 12:1) NBG ’51.
Hoe kunt u de last van u afleggen, als er geen opstand is?
God heeft zeker weten veel dingen om te verrichten, maar zou deze grote wolk van getuigen niet genoeg zijn?
Kom in opstand en werp de last van u af!
Met dank aan: Bisschop Romualdo Panceiro