filho165Letterlijk allen die zich gedoopt achten met de Heilige Geest, de kinderen en erfgenamen van God, dienen, per definitie, inbegrepen te zijn in de onderstaande tekst:
“Zie, mijn knecht, die Ik ondersteun; mijn uitverkorene, in wie Ik een welbehagen heb. Ik heb mijn Geest op hem gelegd: hij zal de volken het recht openbaren” (Jesaja 42:1).
Dit woord kwam uit de mond van God-de-Vader en het was direct gericht aan Zijn Zoon Jezus.
Jezus is Mijn Knecht;
Jezus is Mijn Uitverkorene, in wie Ik een welbehagen heb;
Jezus is Degene die Ik met mijn Geest heb vervuld, en
Jezus zal het recht openbaren aan de volken (degenen die geen Joden zijn).
Het is onmogelijk voor iemand die geen knecht is, die niet uitverkoren is, die niet vol is van de Heilige Geest en die niet dient als een getuige van de gerechtigheid van God op deze wereld om een kind van God te zijn.
Het patroon van een knecht van God, van Zijn uitverkorene, die Hem behaagt, die de Geest van God heeft en dient als een levende getuige van de opwekking van de Here Jezus laat geen enkel twijfel na ter vergelijking met degenen die NIET van God zijn.
Heeft iemand hier enige twijfels over?
Bisschop Edir Macedo