schijn“Wie in de schuilplaats des Allerhoogsten is gezeten, vernacht in de schaduw des Almachtigen. Ik zeg tot de HERE: Mijn toevlucht en mijn vesting, mijn God, op wie ik vertrouw” (Psalmen 91:1-2).
Ten tijde van zoveel tragedies, geweld, moordpartijen die de mensheid vandaag de dag teisteren, “liefde die bijna helemaal verkoeld is”, onzekerheid, angst, wanhoop en de uitdrukking van onmacht in het gezicht van de mensen, rijst er een vraag op die maar niet weg wil gaan: hoe kan men zich beschermen tegen de aanvallen van het kwaad?
Er bestaat alleen maar één plek die in staat is om ons te beschermen, waar wij ons veilig kunnen voelen: de “Schuilplaats van de Allerhoogste, in de schaduw van de Almachtige”. Daar zijn wij omgeven door de Heilige Drie-eenheid – de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Wat voor kwaad kan ons overkomen? Zelfs de gehele hel kan ons niet aanraken, alleen als de hel over de lijken van deze drie trouwe Bewaarders kan komen.
Er bestaat alleen maar één manier waarop een persoon in zo’n situatie getroffen kan worden door de duivel: wanneer hij de schuilplaats verlaat. De duivel kan God niet verslaan, maar hij kan wel de menselijke zwakheid uitbuiten, net zoals een moeder, die een foto van haar kind wil maken, dat doet. Zij speelt met de rammelaar achter de fotocamera om de aandacht van het kindje te trekken.
Met de bewoners van de schuilplaats van de Allerhoogste doet de duivel hetzelfde: hij speelt met de rammelaar genaamd seks, sentimentele gebrek, corruptie om financiële winst te behalen, deze kleurrijke wereld, aantrekkelijke onreine dingen op het internet enz.
Op deze manier handelde hij met Adam en Eva: hij rammelde de rammelaar om hun aandacht te trekken voor de vrucht van de boom, die een soort “tiende” was en aan de Heer behoorde. Adam en Eva woonden in de schuilplaats van de Allerhoogste en de duivel kon hun niet aanraken, maar hij kon wel iets suggereren. Zij werden gelokt door een satanische suggestie en werden zodoende ongehoorzaam aan God.
Wanneer wij naar achteren kijken, dan zien wij miljoenen lichamen liggen in de woestijn: ex-leden, ex-helpers, ex-pastors en ex-bisschoppen die op een dag  in de “schaduw van de Almachtige” woonden, maar vandaag de dag zijn ze geestelijk dood en wachten ze alleen nog maar op de tijd om binnengehaald te worden door het koninkrijk van de duisternis – als zij zich niet oprecht berouwen.
Het is tijd om na te denken en om meer en meer te investeren in onze gemeenschap met God, om onze behoudenis met “vrees en beven” (zie Filippenzen 2:12) te ontwikkelen.
Met dank aan: bisschop Sérgio Correia