In deze hondenwereld, is er niemand die niet ergens zat van is.
De vraag is: zat waarvan? Zat van het vechten? Of zat van het lijden?
Omdat er een groot verschil zit tussen deze twee mensen.
Degene die het zat is om te lijden kan, gedurende een bepaalde periode van zijn leven, overmand door angst worden en zelfs naar de grotten gaan. Maar wanneer hij genoeg heeft van het lijden, dan verlaat hij de grotten, onderneemt hij actie, confronteert en overwint zijn angsten om die situatie van nederlaag en schande terug te draaien.
Zoals Gideon die, vanwege zijn actie, de roeping van God ontving om zijn leven en dat van de gehele natie te veranderen.
“Toen kwam de Engel des HEREN en zette zich neer onder de terebint te Ofra, eigendom van de Abiëzriet Joas, terwijl diens zoon Gideon bezig was in de wijnpers tarwe uit te kloppen om die voor de Midjanieten in veiligheid te brengen.”
(Richteren 6:11) NBG ’51
In tegenstelling tot de profeet Elia, die, ondanks dat hij grote ervaringen van bevrijdingen had met God, bang werd vanwege een brief, geïrriteerd door het ongeloof en de ondankbaarheid van het volk van Israel en “het zat werd van het vechten”, de dood aan God vroeg en de grot inging. Hij werd overheerst door angst en zijn plaats werd aan Elisa gegeven.
Het is waar dat God iemand anders koos om hem te vervangen en zei:
“Voorts zult gij Jehu, de zoon van Nimsi, zalven tot koning over Israël; en Elisa, de zoon van Safat, uit Abel-Mechola, zult gij zalven tot profeet in uw plaats.” (1 Koningen 19:16) NBG ’51
Vertel me, waar bent u het zat van? Van het lijden of van het vechten?
Omdat het, afhankelijk van uw reactie, mogelijk is om te weten waar u naar toe zult gaan; de grot verlaten of er één in vluchten.
God zegene u!
Bisschop Edir Macedo