“…maar de plaats, die de HERE, uw God, uit het gebied van al uw stammen verkiezen zal om daar zijn naam te vestigen, om daar te wonen, die zult gij zoeken en daarheen zult gij gaan. Daarheen zult gij brengen uw brandoffers en slachtoffers, uw tienden en uw wijgeschenken, uw gelofteoffers en uw vrijwillige offers, de eerstgeborenen van uw runderen en van uw kleinvee” (Deuteronomium 12:5-6) NBG ’51.
Het ene is een plek van offer en het andere is het offer.
Berg Golgotha was de plaats die God koos voor het puurste Offer: Jezus.
De aartsvaders zouden een stenen altaar bouwen en daarop offeren.
Mozes bouwde een draagbare tabernakel, zodat de kinderen van Israël hun offers konden presenteren.
Salomon bouwde de Tempel, zodat de kinderen van Israel hun offers konden presenteren.
Offeren werd niet gedaan waar men het wilde, de mensen moesten de plaats zoeken die de HEER uitkoos…
Israel heeft nog geen offers geofferd aan de Here, omdat ze geen Tempel hebben. Sindsdien wachten de Joden ijverig op de reconstructie van de Plaats van Offer, zodat ze kunnen terugkeren naar dit gebruik.
“…verscheen de HERE aan Salomo des nachts en zeide tot hem: Ik heb uw gebed gehoord en deze plaats voor Mij tot een huis der offeranden verkoren” (2 Kronieken 7:12) NBG ’51.
Zolang de Joden geen Tempel hebben, kunnen ze niet offeren en zonder offer is er geen gemeenschap met God.
Waarom is er een noodzaak voor het offer?
Het Altaar vertegenwoordigt de Troon van de Almachtige en het offer op het altaar vertegenwoordigt Gods volk.
Daarom vindt de gemeenschap tussen de Heilige Drie-eenheid en Zijn kinderen plaats op het Altaar.
Jezus zei:”Indien iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf (offer) en neme zijn kruis op (offer) en volge Mij (offer)” (Matteus 16:24) NBG ’51.
Wie gered wilt worden, moet zelf het offer zijn en altijd op het Altaar blijven.
Wie wilt het offer zijn?
Bisschop Edir Macedo