“Eens kwam er een hongersnood in het land, behalve de eerste hongersnood, die er geweest was in de dagen van Abraham; en Isaak ging naar Abimelek, de koning der Filistijnen, naar Gerar. Toen verscheen hem de HERE en zeide: Trek niet naar Egypte, woon in het land, dat Ik u zeggen zal, vertoef in dit land als een vreemdeling, dan zal Ik met u zijn en u zegenen…” (Genesis 26:1-3) NBG ’51.
Vanwege de hongersnood en de extreme moeilijke omstandigheden was de intentie van Isaak om voedsel te zoeken in Egypte, omdat Egypte toentertijd het meest vruchtbare en rijke land was, vanwege de rivier de Nijl, oftewel vanwege toegankelijkheid.
Isaak had toestemming gevraagd aan koning Abimelek om voor een bepaalde tijd in Gerar te mogen blijven, omdat hij ervan overtuigd was dat hij de oplossing in Egypte zou vinden. God zei echter tegen hem: “Blijf in dit land!”
Hoewel dit bevel, ogenschijnlijk, het meest onlogische leek, bestaat er alleen maar één plek die veilig en voorspoedig is en hij heet “GODS WIL”.
Hij gehoorzaamde en zaaide onder de vijanden en, in hetzelfde jaar, oogstte hij honderdvoudig. Iets wat menselijk gesproken onmogelijk was, maar wanneer men het zaad van gehoorzaamheid gebruikt, zijn de vruchten verrassend en overvloedig.
Soms zoeken wij de beste condities om het Woord van God te zaaien, (zoals radio, televisie, kranten, plaatsen met weinig geweld en armoede) denkend dat het evangelisch werk daar zal opbloeien. Als wij het voorbeeld van Isaak echter analyseren, zien wij dat hij zaaide waar er armoede, geweld en onrechtvaardigheid was. In feite was hij bang om gedood te worden door de mannen van die plaats vanwege de schoonheid van zijn vrouw en hij kwam zelfs tot het punt om te zeggen dat zij zijn zus was.
Is dit niet het voorbeeld dat wij dienen te volgen? Het Woord van God zaaien in het land van de vijanden? Ten slotte is dat de plaats waar de duivel het meest heeft gewerkt door middel van onrechtvaardigheid, geweld, verkrachting, verslaving, vervolging, armoede enz.
Dit wil niet zeggen dat het goede zaad niet gezaaid dient te worden tussen de rijken, omdat de duivel ook daar werkt. Echter, waar komen de mensen vandaan die zich het meest toewijden, bekeren, uit de Heilige Geest geboren worden en zich met oprechtheid overgeven aan God? Zonder twijfel uit de plaatsen die beschouwd worden als de bodem van de maatschappij; normaal gesproken waar de sociale hulp, onderwijs, veiligheid, gezondheid en de basishygiëne niet reikt.
“Integendeel, wat voor de wereld dwaas is, heeft God uitverkoren om de wijzen te beschamen, en wat voor de wereld zwak is, heeft God uitverkoren om wat sterk is te beschamen; en wat voor de wereld onaanzienlijk en veracht is, heeft God uitverkoren, dat, wat niets is, om aan hetgeen wèl iets is, zijn kracht te ontnemen” (1 Korintiërs 1:27-28) NBG ’51.
Als degenen die zichzelf dienaren van God noemen meer bezorgd waren om het goede zaad te zaaien in het land van de vijand, dan zou de duivel niet het onkruid zaaien temidden van het koren en dan zouden wij, in de kerk, niet zoveel jaloezie, roddels, afgunst, ruzies, boze ogen en vleselijk gedrag hebben.
“verkondig het woord, dring erop aan, gelegen of ongelegen…” (2 Timoteüs 4:2) NBG ’51.
Met dank aan: Bisschop Alfredo Paulo