Natuurlijk zal niemand voor de vloek kiezen.
De meerderheid negeert echter het feit dat zowel het een als het ander een prijs heeft.
De prijs voor de zegen is gehoorzaamheid aan het Woord van God.
De prijs voor de vloek is ongehoorzaamheid aan het Woord van God.
Er is niets aan te doen, dit is de discipline die de rechtvaardigheid van God leidt.
Of u nu christen bent of niet, gedoopt met de Heilige Geest of niet, trouw in de kerk of niet… Er is geen ontkomen aan deze regel.
De zegen komt van de Troon van de Almachtige;
De vloek komt van de hel.
Wie de HERE God niet gehoorzaamt is onderworpen aan de vloek van de hel;
Wie echter niet gehoorzaamt aan de inspiraties van de duivel maakt zich tot een vriend van God en, zodoende, waardig van Zijn zegens.
“Wees wijs, mijn zoon, en verheug mijn hart, opdat ik een antwoord heb voor wie mij smaadt” (Spreuken 27:11) NBG ’51.
Zoals u kunt zien is een ieder zelf verantwoordelijk voor de zegen of de vloek, hemel of hel.
Gehoorzaamheid of ongehoorzaamheid, dat is de kwestie.
Gehoorzaamheid aan het Woord van God en aan het geloof dat door Hem vereist wordt.
Geloof dat Hem in het verleden behaagde en het onmogelijke mogelijk maakte;
Dat de menselijke wil opofferde;
Tegen de verlangens van het hart inging;
Niet toegaf aan de gevoelens;
Zeker niet aan andermans meningen;
En waanzin was in de menselijke ogen.
Abraham gehoorzaamde,
Isaak gehoorzaamde,
Jakob gehoorzaamde,
Zelfs Jezus, “hoewel Hij de Zoon was, de gehoorzaamheid geleerd uit hetgeen Hij heeft geleden, en toen Hij het einde had bereikt, is Hij voor allen, die Hem gehoorzamen, een oorzaak van eeuwig heil geworden” (Hebreeën 5:8-9) NBG ’51.
Geen gehoorzaamheid aan alleen bepaalde dingen, zoals sommigen dat gewend zijn.
Alle helden van het geloof manifesteerden het ware geloof door de gehoorzaamheid aan het Woord van God.
Daarom onderwijst apostel Jakobus het volgende: “Wat baat het, mijn broeders, of iemand al beweert geloof te hebben, als hij geen werken (handelingen van gehoorzaamheid) heeft? Kan dat geloof hem behouden?” (Jakobus 2:14) NBG ’51.
Bisschop Edir Macedo